Tijdens de feestdagen willen we niet op ons eetpatroon letten, we willen zonder nadenken alles eten waar we zin in hebben. Maar de volgende dag hebben we spijt; weer teveel gegeten en we voelen ons schuldig. Dus maar weer opletten en op dieet.
Op feestjes eten is heel vaak eten
Tel eens hoe vaak je tegen jezelf zegt ‘Ach, nu mag het wel want het is feest…’. Hoe vaak per jaar is er niet iets speciaals aan de hand, denk eens aan verjaardagen, geboorte, feestdagen, trouwerij, housewarming, afstuderen en ga zo maar door.
Laten we eens kijken: sinterklaas (vaak meerdere dagen), 1e en 2e kerstdag, oud en nieuw, Pasen, Hemelvaart, Pinksteren, Bevrijdingsdag, Koninginnedag. Dat zijn alvast 9 dagen. Dan komen er gemiddeld nog zo’n 20 vakantiedagen bij, want ook in de vakantie willen we niet opletten en gewoon lekker genieten. Tussenstand: 29 dagen. Dan gaan we nu door naar de sociale verplichtingen. Stel je dat je ongeveer 25 personen hebt waar je bij uitgenodigd wordt (familie en vrienden), gemiddeld hebben deze mensen 2x per jaar iets te vieren, dus 50 dagen. Nieuwe tussenstand is dan 79.
Tel daar de feestje op je werk, de (spontane) bezoekjes aan vrienden en familie bij op, dan kom al snel over de 100 dagen per jaar. Dat wil zeggen dat je zo’n kwart jaar meer eet dan goed voor je is. Logisch dat je van dieet naar dieet gaat.
Wat kun je doen om tijdens de feestdagen niet aan te komen
Het mag altijd!
Wanneer je jezelf aanleert dat je alléén op feestjes mag snoepen of iets extra’s mag eten, zul je op feestjes jezelf bijna altijd te buiten gaan. Want ‘nu mag het’. Soms gaat dit onbewust en soms gebeurt dit omdat je iets lekkers neemt en vervolgens het gevoel hebt dat de dag toch al verpest is en het toch niet meer uitmaakt wat je eet.
De dag erna voel je je schuldig en ga je weer opletten. Het is je weer niet gelukt om de rem erop te houden. Zo blijf je steeds weer goede voornemens maken en zit je vast in de vicieuze cirkel van diëten.
Leer jezelf aan dat je altijd mag eten, als je er maar erg veel zin in hebt en stopt wanneer je voldoende hebt gehad. Je leert naar je lichaam te luisteren en voelt waar het behoefte aan heeft. Je je zult merken dat je lichaam (echt) niet altijd behoefte heeft aan ‘slecht’ voedsel. Juist omdat je alles mag eten kun je vrijer kiezen, op deze manier is er geen verboden voedsel meer. Dat is mooi, want het is bekend dat juist verboden voedsel een aantrekkingskracht op ons heeft.
Luister naar je lichaam
Je lichaam kan heel goed aangeven wanneer het honger heeft en wanneer het voldoende heeft gehad. We zijn echter verleerd om hiernaar te luisteren. Bedenk steeds voor je gaat eten ‘heb ik echt honger?’. Als het antwoord niet volmondig ‘ja’ is, wacht dan met eten. Je zult zien en ervaren dat je op deze manier veel minder eet.
Wees actief
Feestdagen betekenen dat er veel gegeten en gedronken wordt. Ga er ook eens op uit, lekker met de familie het bos in,maak een strandwandeling, ga ekker voetballen of fietsen.
Vul jezelf met andere ‘voeding’
Vaak eet je om andere behoeften niet te voelen. Als je vol passie en overgave ergens mee bezig bent denk je niet aan eten. Pas als je alleen bent of er wordt iets te eten aangeboden, kom je in de verleiding of komen de gedachten om iets te gaan eten naar boven. Ga dus dingen doen waar je blij van wordt, ga voor je dromen en vier je successen, kijk naar alles wat goed gaat. Realiseer je dat eten geen oplossing is voor andere behoeften.
Geniet
Als je dan toch iets lekkers eet, bijvoorbeeld een chocoladeletter, neem dan een klein stukje en geniet ervan. Ga zitten, eet rustig, proef goed en geniet. Oefen eens om zo lang mogelijk over één klein stukje te doen. Je zult ervaren dat één echt genoeg kan zijn, het gaat uiteindelijk om de smaak.