nathalie Baartman1Altijd na een feestelijke periode van overdaad aan drank en spijzen komt er in mij een natuurlijke drang naar soberheid. Onder het motto: Het leven mag zeker leuk zijn, maar het moet niet te lang duren. Of: Na zonneschijn moet het toch weer eens gaan regenen. Ik verlang dan naar gewone wortels zonder poespas en liters water.

Het begint als volgt: Eerst komt het idee: ‘Ik zou toch weer eens wat grenzen in mijn eetgedrag moeten stellen!’ Deze gedachte komt vaak omhoog als ik ’s avonds aan tafel weer eens voor de derde keer opschep. Vervolgens ga ik een aantal dagen nog even flink aan de lekkere hap. Want het idee dat je op korte termijn zal minderen met eten, doet nu eenmaal eten.

Maar na een dag, waarop ik werkelijk geen enkel chocoladetaartje, glaasjes koele witte wijn en pinda geweigerd heb, ontstaat plots het besluit: ‘Morgen doe ik het anders!’
Dan is het een kwestie van pure discipline om na het ontwaken inderdaad de dag te starten met één doodnormaal crackertje met lichte smeerkaas in plaats van twee knapperige roombotercroissantjes uit de oven.

Het is niet makkelijk om ‘nee’ te zeggen tegen warme preitaart met walnoten en brie of spaghetti met aubergine en pesto. Ook het aanbod afslaan: ‘Kom je een glaasje rode wijn bij me drinken?’ is lastig. Maar je krijgt er kracht voor terug. Aan het eind van de dag, als je met een licht, hongerig gevoel terugblikt, kun je stellen dat je een heleboel aardse verleidingen hebt weerstaan.
Helaas merk ik wel dat ik een zuinig, haast calvinistisch trekje rondom mijn mond krijg, als ik dineer met enkel een stronk gekookte witlof en een miniem hoopje zilvervliesrijst. En een middag teren op rijstewafels doet alle glans op het bestaan onmiddellijk verdwijnen. Magere yoghurt met tarwezemelen verhoogt de feestvreugde ook niet.

Levensgeluk zit ‘m namelijk in lekker voedsel verorberen. Het staat vast en zeker wereldwijd in de top 5 van ‘dingen waar de mensheid blijer van wordt’: Heerlijk eten in goed gezelschap! Of dat nu met familie rondom een open vuur in de buitenlucht is, of met een geliefde aan een sjiek gedekte tafel in een viersterrenrestaurant.

Die drang naar soberheid duurt dus nooit lang. Als ik na al die karige komkommerschijfjes mij uiteindelijk gretig stort op brood, kaas en wijn, weet ik weer dat ik het allerliefst een simpele levensgenieter ben!